De mooiste sprookjes van Andersen
H.C. Andersen - De mooiste sprookjes
8De rode schoentjes
Er was eens een klein meisje, zo fijn en zo lief, maar 's zomers liep ze altijd op blote voeten want ze was arm, en 's winters op grote klompen, zodat haar wreef helemaal rood werd, en dat stond verschrikkelijk. Midden in het dorp woonde vrouw Schoenmaker, zij maakte, zo goed ze kon, van oude, rode lappen een paar schoentjes, wel heel stuntelig, maar het was goed gemeend, en die waren voor het kleine meisje. Dat meisje heette Karen. Juist op de dag dat haar moeder werd begraven kreeg zij de rode schoentjes en had zij ze voor de eerste maal aan; dat was wel een wonderlijke manier van rouwdragenLees het sprookje → 19Twee broers
Op een van de Deense eilanden, waar oude dingplaatsen zich verheffen in de korenvelden en machtige bomen in de beukenbossen, ligt een klein stadje met rodedaken op de lage huizen. In een van die huizen werden er boven een kolenvuurwonderlijke dingen gebrouwen: er werd in glas gekookt, er werd gemengd en gedistilleerd, er werden in vijzels allerlei kruiden gestampt - alles onder leiding van eenbejaard man. Je moet het goede betrachten, zei hij, ja, het goede, het juiste, de waarheid in al het geschapene moet je kennen, daar moet je je aan houden. Binnen in de kamer bij de brave huismoeder zatenLees het sprookje →