Het sputterde en spatte, terwijl de vlammen aan de ketel lekten; het was de wieg van de vetkaars – en uit de warme wieg rees een schitterende kaars; zo smetteloos wit en slank gevormd dat iedereen hem een lichte en stralende toekomst voorspelde – en dat hij echt alle beloften zou inlossen. Het schaap – een schattig schaapje – was de moeder van de kaars en de smeltkroes was zijn vader. Van zijn moeder had hij zijn stralend witte lijf en gevoel voor het leven, en van ...
De mooiste sprookjes van Andersen