De sneeuwman

'Het kraakt in me, zo lekker koud is het!' zei de sneeuwman. 'De wind kan zo bijten dat er leven in je komt. En wat staart dat starende ding daar!' Hij bedoelde de zon, die net onder aan het gaan was. 'Die krijgt me heus niet aan het knipperen, ik hou alle stukjes en beetjes wel bij elkaar.' Hij had twee driehoekige stukjes dakpan als ogen. Zijn mond was een brokstuk van een oude hark, daarom had hij ook tanden. Hij was geboren onder hoerageroep van de jongens, begroet door ...




De mooiste sprookjes van Andersen