De stoute jongen

Er was eens een oude dichter, zo'n echte, brave, oude dichter. Op een avond toen hij thuis zat brak er een vreselijk onweer los; het stortregende, maar de oude dichter zat warmpjes en wel bij zijn kachel waar het vuur brandde en de appels sisten. De arme stakkers die in dit weer buiten zijn, houden geen droge draad aan hun lijf, zei hij, want hij was een brave dichter. Help, doe open! Ik bibber van de kou en ik ben zo nat! riep een kind buiten. Het huilde en klopte op de ...