Ib y Cristinita


Ib en de kleine Christine


No lejos de Gudenaa, en la selva de Silkeborg, se levanta, semejante a un gran muro, una loma llamada Aasen, a cuyo pie, del lado de Poniente, había, y sigue habiendo aún, un pequeño cortijo, rodeado por una tierra tan árida, que la arena brilla por entre las escuálidas mieses de centeno y cebada.
Vlak bij Gudenaa, in de bossen van Silkeborg, verheft zich een heuvelrug als een grote wal. "Aasen" wordt hij genoemd, en tegen die heuvelrug lag en ligt nog steeds aan de westzijde een klein boerenhuis met magere grond; het zand schijnt er door de schrale rogge- en gerstakker. Het is heel wat jaren geleden; de mensen die daar woonden hadden hun akkertje en hadden daarbij nog drie schapen, een varken en twee ossen. In het kort, zij konden best uitkomen wanneer zij de tering naar de nering zetten, ja, ze hadden best een paar paarden kunnen houden, maar zij zeiden, net als de andere boeren daar in Jutland: "Een paard eet zichzelf op!" Het teert op het nut, dat het doet. Jeppe-Jens was 's zomers landbouwer en 's winters een flinke klompenmaker. Hij had daarbij een goede hulp, een knecht die uitstekend klompen kon snijden, die sterk en licht waren en toch van een goed model; lepels sneden zij ook, dat bracht geld binnen, men kon Jeppe-Jens geen bedelaar noemen.

Desde entonces han transcurrido muchos años. La gente que vivía allí por aquel tiempo cultivaba su mísero terruño y criaba además tres ovejas, un cerdo y dos bueyes; de hecho, vivían con cierta holgura, a fuerza de aceptar las cosas tal como venían.
De kleine Ib, een jongen van zeven jaar en enig kind, zat erbij te kijken. Hij sneed in een houtje en sneed zich ook in de vingers, maar op zekere dag had hij twee stukjes hout gesneden die wel klompjes leken; die moesten, zei hij, aan de kleine Christine worden gegeven. Dat was het dochtertje van de beurtschipper, zij was zo teer en zo lief alsof ze een kind van voorname ouders was; als ze kleren had gehad die net zo mooi waren als zij zelf, dan had niemand geloofd dat zij uit het plaggenhutje op de Seisheide afkomstig was. Daar woonde haar vader, een weduwnaar die de kost verdiende met brandhout vervoeren van het bos naar Silkeborg, ja, dikwijls zelfs helemaal naar Randers. Hij had niemand om op de kleine Christine te passen, die een jaar jonger was dan Ib, en daarom was zij bijna altijd bij haar vader op de schuit en in de heide en tussen de bosbessen; maar wanneer hij helemaal naar Randers moest kwam de kleine Christine bij Jeppe-Jens.

Incluso habrían podido tener un par de caballos, pero decían, como los demás campesinos: "El caballo se devora a sí mismo".
Ib en de kleine Christine konden het best met elkaar vinden en speelden samen: zij groeven en ze kropen en ze liepen, en op zekere dag waagden zij zich met zijn beiden helemaal tot boven op de heuvelrug en zelfs een eind het bos in, en daar vonden zij snippeëieren, dat was een hele gebeurtenis.

Un caballo se come todo lo que gana. Jeppe-Jänsen trabajaba en verano su pequeño campo, y en invierno confeccionaba zuecos con mano hábil. Tenía además, un ayudante; un hombre muy ducho en la fabricación de aquella clase de calzado: lo hacía resistente, a la vez que ligero y elegante. Tallaban asimismo cucharas de madera, y el negocio les rendía; no podía decirse que aquella gente fuesen pobres.
Ib was nog nooit op de Seisheide geweest, was nog nooit door de meren naar Gudenaa gevaren, maar nu zou het gebeuren; hij was door de beurtschipper uitgenodigd en de avond tevoren ging hij met hem naar huis.

El pequeño Ib, un chiquillo de 7 años, único hijo de la casa, se sentaba a su lado a mirarlo; cortaba un bastoncito, y solía cortarse también los dedos, pero un día talló dos trozos de madera que parecían dos zuequitos. Dijo que iba a regalarlos a Cristinita, la hija de un marinero, una niña tan delicada y encantadora, que habría podido pasar por una princesa. Vestida adecuadamente, nadie hubiera imaginado que procedía de una casa de turba del erial de Seis. Allí moraba su padre, viudo, que se ganaba el sustento transportando leña desde el bosque a las anguileras de Silkeborg, y a veces incluso más lejos, hasta Randers. No tenía a nadie a quien confiar a Cristina, que tenía un año menos que Ib; por eso la llevaba casi siempre consigo, en la barca y a través del erial y los arándanos. Cuando tenía que llegarse a Randers, dejaba a Cristinita en casa de Jeppe-Jänsen.
Op de hoog opgestapelde stukken brandhout in de schuit zaten vroeg in de morgen de twee kinderen en ze aten brood en frambozen. De beurtschipper en zijn knecht boomden - het ging met de stroom mee - in een flinke vaart de rivier af, over de meren, die door bos en biezen leken afgesloten, maar altijd was er toch een doortocht, al bogen zich de oude bomen helemaal over het water en al strekten de eiken hun kale takken uit, alsof zij hun mouwen hadden opgestroopt en hun knokige naakte armen wilden tonen. Oude olmen, die de stroom van de kant had losgemaakt, klemden zich

Los dos niños se llevaban bien, tanto en el juego como a las horas de la comida; cavaban hoyos en la tierra, se encaramaban a los árboles y corrían por los alrededores; un día se atrevieron incluso a subirse solos hasta la cumbre de la loma y adentrarse un buen trecho en el bosque, donde encontraron huevos de chocha; fue un gran acontecimiento.
met de wortels aan de bodem vast en leken wel kleine boseilandjes; waterlelies wiegden op het water; het was een heerlijke tocht! Toen kwam men bij het paalwerk waar het water door de sluizen bruiste; dat was iets voor Ib en Christine!

Ib no había estado nunca en el erial de Seis, ni cruzado en barca los lagos de Gudenaa, pero ahora iba a hacerlo: el barquero lo había invitado, y la víspera se fue con él a su casa.
In die tijd was daar nog geen fabriek of stad, er stond alleen maar de oude boerderij, en veel volk was er niet: het neerstorten van het water door de sluis en de kreet van de wilde eend waren toen de enige tekens van leven daar. - Toen nu het brandhout overgeladen was kocht Christines vader een grote zak paling en een klein geslacht varken, dat alles in een grote mand achter in de schuit werd neergezet. Nu ging het huiswaarts, tegen de stroom op, maar zij hadden de wind mee en toen zij een zeil bijzetten ging het even mooi alsof zij door twee paarden werden getrokken.

A la madrugada los dos niños se instalaron sobre la leña apilada en la barca y desayunaron con pan y frambuesas. El barquero y su ayudante impulsaban la embarcación con sus pértigas; la corriente les facilitaba el trabajo, y así descendieron el río y atravesaron los lagos, que parecían cerrados por todas partes por el bosque y los cañaverales. Sin embargo, siempre encontraban un paso por entre los altos árboles, que inclinaban las ramas hasta casi tocar el suelo, y los robles que las alargaban a su encuentro, como si, habiéndose recogido las mangas, quisieran mostrarles sus desnudos y nudosos brazos. Viejos alisos que la corriente había arrancado de la orilla, se agarraban fuertemente al suelo por las raíces, formando islitas de bosque. Los nenúfares se mecían en el agua; era un viaje delicioso. Finalmente llegaron a las anguileras, donde el agua rugía al pasar por las esclusas. ¡Cuántas cosas nuevas estaban viendo Ib y Cristina!
Toen zij met de schuit zo vlak bij het bos waren gekomen dat de man, die met bomen hielp, vandaar nog maar een klein stukje naar huis te wandelen had, toen gingen hij en Christines vader aan land. Maar zij zeiden tot de kinderen dat ze toch vooral rustig en voorzichtig moesten zijn. Dat waren zij ook, maar het duurde niet lang; zij moesten en zouden in de mand kijken waar de palingen en het varken waren opgeborgen, het varken moesten zij optillen en vasthouden en daar ze het beiden wilden vastpakken lieten zij het vallen en het viel in het water; daar dreef het met de stroom mee, dat was me iets vreselijks!

En aquel entonces no había allí ninguna fábrica ni ninguna ciudad, y tan sólo se veían la vieja granja, en la que trabajaban unos cuantos hombres. El agua, al precipitarse por las esclusas, y el griterío de los patos salvajes, eran los únicos signos de vida, que se sucedían sin interrupción. Una vez descargada la leña, el padre de Cristina compró un buen manojo de anguilas y un cochinillo recién sacrificado, y lo guardó todo en un cesto, que puso en la popa de la embarcación. Luego emprendieron el regreso, contra corriente, pero como el viento era favorable y pudieron tender las velas, la cosa marchaba tan bien como si un par de caballos tirasen de la barca.
Ib sprong aan land en liep een klein stukje, toen kwam Christine ook: "Neem me mee!" riep ze en toen waren zij spoedig tussen de struiken, ze zagen de schuit of de rivier niet meer; een klein stukje liepen ze nog, toen viel Christine en ze huilde; Ib hielp haar overeind.

Al llegar a un lugar del bosque cercano a la vivienda del ayudante, éste y el padre de Cristina desembarcaron, después de recomendar a los niños que se estuviesen muy quietecitos y formales. Pero ellos no obedecieron durante mucho rato; quisieron ver el interior del cesto que contenía el lechoncito; sacaron el animal, y, como los dos se empeñaron en sostenerlo, se les cayó al agua, y la corriente se lo llevó. Fue un suceso horrible.
"Kom mee," zei hij. "Het huis ligt aan de overkant." Maar het lag daar niet. Ze liepen en liepen, over verdorde bladeren en droge afgevallen takken, die onder hun voetjes kraakten; nu hoorden ze luid roepen - ze stonden stil en luisterden; daar krijste een arend, het was afschuwelijk. Ze schrokken erg, maar voor hen uit in het bos groeiden heerlijke bosbessen, een ongelofelijke massa. Het was al te verleidelijk om niet te blijven en ze bleven en ze aten en hun mond en wangen werden helemaal blauw. Toen hoorden ze weer roepen.

Ib saltó a tierra y echó a correr un trecho; luego saltó también Cristina.
"We krijgen vast slaag om het varken!" zei Christine.

- ¡Llévame contigo! - gritó, y se metieron saltando entre la maleza; pronto perdieron de vista la barca y el río. Continuaron corriendo otro pequeño trecho, pero luego Cristina se cayó y se echó a llorar; Ib acudió a ayudarla.
"Laten we naar mijn huis gaan," zei Ib; "dat is hier in het bos!" En ze gingen, ze kwamen op een rijweg maar die leidde niet naar huis. Het werd donker en ze waren bang. De wonderlijke stilte rondom hen werd verbroken door afschuwelijk gekrijs van een grote uil of geschreeuw van vogels die ze niet kenden. Eindelijk liepen zij vast in een bosje. Christine huilde en Ib huilde, en toen ze zo een tijdje hadden gehuild, vlijden ze zich neer in de bladeren en vielen in slaap.

- Ven conmigo - dijo -, la casa está allá arriba -. Pero no era así. Siguieron errando por un terreno cubierto de hojas marchitas y de ramas secas caídas, que crujían bajo sus piececitos. De pronto oyeron un penetrante grito. Se detuvieron y escucharon. Entonces resonó el chillido de un águila - era un chillido siniestro, - que los asustó en extremo. Sin embargo, delante de ellos, en lo espeso del bosque, crecían en número infinito magníficos arándanos. Era demasiado tentador para que pudieran pasar de largo, y se entretuvieron comiendo las bayas, manchándose de azul la boca y las mejillas. En esto se oyó otra llamada.
De zon was al hoog aan de hemel toen ze wakker werden. Zij hadden het erg koud, maar boven op die heuvel vlakbij scheen de zon tussen de bomen. Daar konden ze zich warmen en vandaar, meende Ib, konden ze het huis van zijn ouders zien. Maar ze waren er ver vandaan, in een heel ander deel van het bos. Ze klauterden de heuvel op en stonden op een steile helling aan een helder, doorzichtig meer, de vissen zwommen daar in scholen, belicht door de zonnestralen; het was heel onverwacht wat ze zagen: vlakbij was een grote struik met noten, ja, wel zeven trossen; en ze plukten en kraakten

- ¡Nos pegarán por lo del lechón! - dijo Cristina.
die en haalden de fijne kernen eruit die juist tot wasdom waren gekomen -- en toen kwam er nog een verrassing, een schrik. Uit het bosje trad een grote oude vrouw te voorschijn, haar gezicht was helemaal bruin en zij had glanzend zwart haar, het wit in haar ogen schitterde net als bij een neger; zij had een bundeltje op haar rug en een knoestige stok in haar hand: het was een zigeunervrouw. De kinderen verstonden eerst niet wat ze zei, maar zij haalde drie grote noten uit haar zak. In elke noot lagen de heerlijkste dingen verborgen, vertelde ze, het waren wensnoten.

- Vámonos a casa - respondió Ib -; está aquí en el bosque.
Ib keek haar aan, ze was toch zo vriendelijk en toen vatte hij moed en vroeg of hij de noten mocht hebben en de vrouw gaf ze hem en plukte voor zichzelf een hele zak vol van de struik.

Se pusieron en marcha y llegaron a un camino de carros, pero que no conducía a su casa. Mientras tanto había oscurecido, y los niños tenían miedo. El singular silencio que los rodeaba era sólo interrumpido por el feo grito del búho o de otras aves que no conocían los niños. Finalmente se enredaron entre la maleza. Cristina rompió a llorar e Ib hizo lo mismo, y cuando hubieron llorado por espacio de una hora, se tumbaron sobre las hojas y se quedaron dormidos.
Ib en Christine keken met grote ogen naar de drie wensnoten.

El sol se hallaba ya muy alto en el cielo cuando despertaron; tenían frío, pero Ib pensó que subiéndose a una loma cercana a poca distancia, donde el sol brillaba por entre los árboles, podrían calentarse y, además, verían la casa de sus padres. Pero lo cierto es que se encontraban muy lejos de ella, en el extremo opuesto del bosque. Treparon a la cumbre del montículo y se encontraron en una ladera que descendía a un lago claro y transparente; los peces aparecían alineados, visibles a los rayos del sol. Fue un espectáculo totalmente inesperado, y por otra parte descubrieron junto a ellos un avellano muy cargado de frutos, a veces siete en un solo manojo. Cogieron las avellanas, rompieron las cáscaras y se comieron los frutos tiernos, que empezaban ya a estar en sazón. Luego vino una nueva sorpresa, mejor dicho, un susto: del espesor de bosque salió una mujer vieja y alta, de rostro moreno y cabello negro y brillante; el blanco de sus ojos resaltaba como en los de un moro. Llevaba un lío a la espalda y un nudoso bastón en la mano; era una gitana. Los niños, al principio, no comprendieron lo que dijo, pero entonces la mujer se sacó del bolsillo tres gruesas avellanas, en cada una de las cuales, según dijo, se contenían las cosas más maravillosas; eran avellanas mágicas.
"Zit er een wagen in met paarden ervoor?" vroeg Ib.

Ib la miró; la mujer parecía muy amable, y el chiquillo, cobrando ánimo, le preguntó si le daría las avellanas. Ella se las dio, y luego se llenó el bolsillo de las que había en el arbusto.
"Er is een gouden koets met gouden paarden!" zei de vrouw.

Ib y Cristina contemplaron con ojos abiertos las tres avellanas maravillosas.
"Geef ze mij dan!" zei de kleine Christine en Ib gaf ze haar en de vrouw knoopte de noot in Christines halsdoek.

- ¿Habrá en ésta un coche con caballos? - preguntó Ib.
"Is er binnen in die noot zo'n aardig klein halsdoekje als Christine om heeft?" vroeg Ib.

- Hay una carroza de oro con caballos de oro también - contestó la vieja.
"Er zijn tien halsdoeken," zei de vrouw, "er zijn prachtige japonnen, kousen en hoeden!"

- ¡Entonces dámela! - dijo Cristinita. Ib se la entregó, y la mujer la ató en la bufanda de la niña.
"Dan wil ik die ook hebben," zei Christine en de kleine Ib gaf haar ook de tweede noot; de derde was klein en zwart.

- ¿Y en ésta, no habría una bufanda tan bonita como la de Cristina? - inquirió Ib.
"Die moet jij houden!" zei Christine, "die is ook mooi!"

- ¡Diez hay! - contestó la mujer - y además hermosos vestidos, medias y un sombrero.
"En wat is er binnenin?" vroeg Ib.

- ¡Pues también la quiero! - dijo Cristina; e Ib le dio la segunda avellana. La tercera era pequeña y negra.
"Het allerbeste voor jou!" zei de zigeunervrouw.

- Tú puedes quedarte con ésta - dijo Cristina -, también es bonita.
Ib hield de noot vast. De vrouw beloofde hen weer op de goede weg naar huis te brengen en ze gingen, maar in een heel andere richting dan ze moesten gaan. Maar daarom mocht men haar er niet van beschuldigen dat ze kinderen wilde stelen.

- ¿Y qué hay dentro? - preguntó el niño.
In het woeste bos kwamen zij de woudloper Chraen tegen, hij kende Ib en door hem kwamen Ib en de kleine Christine weer thuis, waar men in grote angst gezeten had; vergiffenis kregen ze, al hadden ze allebei een flink pak slaag verdiend, ten eerste omdat ze het varken in het water hadden laten vallen en ten tweede omdat ze waren weggelopen.

- Lo mejor para ti - respondió la gitana.
Christine kwam thuis op de heide en Ib bleef in het kleine huisje in het bos; het eerste dat hij daar 's avonds deed was de noot te voorschijn halen die "het allerbeste" bevatte; hij legde die tussen de deur en de deurpost, sloeg toen de deur dicht en de noot brak, maar er was niets van een gezonde kern te zien, hij zat vol vuil en aarde, hij was wat je noemt wormstekig.

Y el pequeño se guardó la avellana. Entonces la mujer se ofreció a enseñarles el camino que conducía a su casa, y, con su ayuda, Ib y Cristina regresaron a ella, encontrando a la familia angustiada por su desaparición. Los perdonaron, pese a que se habían hecho acreedores a una buena paliza, en primer lugar por haber dejado caer al agua el lechoncito, y después por su escapada.
"Ja, dat dacht ik wel," meende Ib, "hoe zou er ook binnen in die kleine noot plaats kunnen zijn voor het allerbeste! Christine krijgt uit haar twee noten geen mooie kleren of een gouden koets!"

Cristina se volvió a su casita del erial, mientras Ib se quedaba en la suya del bosque. Al anochecer lo primero que hizo fue sacar la avellana que encerraba "lo mejor". La puso entre la puerta y el marco, apretó, y la avellana se partió con un crujido; pero dentro no tenía carne, sino que estaba llena de una especie de rapé o tierra negra. Estaba agusanada, como suele decirse.
En de winter kwam en het nieuwe jaar kwam.

"¡Ya me lo figuraba! - pensó Ib -. ¿Cómo en una avellana tan pequeña, iba a haber sitio para lo mejor de todo? Tampoco Cristina encontrará en las suyas ni los lindos vestidos ni el coche de oro".
Er verliepen verscheidene jaren. Nu moest Ib op catechisatie en de dominee woonde ver weg. In die zelfde tijd kwam op zekere dag de beurtschipper bij Ibs ouders vertellen

Llegó el invierno y el Año Nuevo.
dat de kleine Christine nu het huis uit moest om haar brood te verdienen. En dat het een groot geluk voor haar was dat zij in goede handen was gevallen en in dienst kwam bij zulke brave mensen; stel je voor, zij zou gaan dienen bij die rijke herbergier in de buurt van Herning, in het westen; daar zou ze moeder de vrouw gaan helpen en later wanneer bleek dat ze geschikt was en ze was aangenomen, dan zouden ze haar houden.

Pasaron otros varios años. El niño tuvo que ir a la escuela de confirmandos, y el párroco vivía lejos. Por aquellos días presentóse el barquero y dijo a los padres de Ib que Cristina debía marcharse de casa, a ganarse el pan. Había tenido la suerte de caer en buenas manos, es decir, de ir a servir a la casa de personas excelentes, que eran los ricos fondistas de la comarca de Herning. Entraría en la casa para ayudar a la dueña, y si se portaba bien, seguiría con ellos una vez recibida la confirmación.
Ib en Christine namen afscheid van elkaar, men noemde hen het verloofde paar. Zij liet hem bij het afscheid zien dat zij de twee noten nog bezat die ze van hem gekregen had toen zij in het bos verdwaald waren. Ze zei dat ze in haar klerenkist de klompjes bewaarde die hij als jongen gesneden en haar geschonken had. En toen gingen ze van elkaar.

Ib y Cristina se despidieron; todo el mundo los llamaba "los novios". Al separarse le enseñó ella las dos nueces que él le diera el día en que se habían perdido en el bosque, y que todavía guardaba; y le dijo, además, que conservaba asimismo en su baúl los zuequitos que él le había hecho y regalado. Y luego se separaron.
Ib werd aangenomen, maar hij bleef bij moeder thuis, want hij was een flink klompenmaker en 's zomers paste hij goed op het akkertje; zijn moeder had alleen hem nog maar; Ibs vader was gestorven.

Ib recibió la confirmación, pero se quedó en casa de su madre; era un buen oficial zuequero, y en verano cuidaba de la buena marcha de la pequeña finca. La mujer sólo lo tenía a él, pues el padre había muerto.
Slechts zelden, en dan was het door een postbode of een palingboer, hoorden ze iets van Christine; het ging haar goed bij de rijke herbergier en toen ze aangenomen was schreef ze aan haar vader een brief met groeten aan Ib en zijn moeder. In de brief stond iets over zes nieuwe hemden en een prachtige japon, die Christine van haar meester en meesteres had gekregen. Dat waren nog eens goede berichten.

Raras veces - y aun éstas por medio de un postillón o de un campesino de Aal - recibía noticias de Cristina. Estaba contenta en la casa de los ricos fondistas, y el día de su confirmación escribió a su padre, y en la carta, enviaba saludos para Ib y su madre. Algo decía también de seis camisas nuevas y un bonito vestido que le habían regalado los señores. Realmente eran buenas noticias.
In de volgende lente, op een mooie dag, werd er geklopt op de deur van Ib en zijn moeder. Het was de beurtschipper met Christine; zij was voor een dag op bezoek, er was juist reisgelegenheid naar Them en weer terug en daar maakte ze gebruik van. Mooi was ze als een echte dame en mooie kleren had ze ook: ze waren keurig gemaakt en ze zaten goed. Zij stond daar in haar beste kleren en Ib was in zijn daagse, oude plunje. Hij wist geen woord te zeggen; wel greep hij haar hand en hield die stevig vast, hij was wel innig blij maar kon geen woord uitbrengen. Dat kon de kleine Christine wel. Zij sprak, zij wist te vertellen en zij kuste Ib op de mond.

- A la primavera siguiente, un hermoso día llamaron a la puerta de Ib y su madre. Eran el barquero y Cristina. Le habían dado permiso para hacer una breve visita a su casa, y, habiendo encontrado una oportunidad para ir a Tem y regresar el mismo día, la había aprovechado. Era linda y elegante como una auténtica señorita, y llevaba un hermoso vestido, confeccionado con gusto extremo y que le sentaba a las mil maravillas. Allí estaba ataviada como una reina, mientras Ib la recibía en sus viejos indumentos de trabajo. No supo decirle una palabra; cierto que le estrechó la mano y, reteniéndola, sintióse feliz, pero sus labios no acertaban a moverse. No así Cristina, que habló y contó muchas cosas y dio un beso a Ib.
"Ken je me dan niet meer?" zei ze; maar zelfs toen ze alleen waren en hij haar nog steeds bij de hand hield, was alles wat hij kon zeggen: "Je bent net een voorname dame geworden en ik zie er zo verslonsd uit! Wat heb ik aan jou gedacht, Christine, en aan vroeger!"

- ¿Acaso no me conoces? - le preguntó. Pero incluso cuando estuvieron solos él, sin soltarle la mano, no sabía decirle sino:
En zij gingen gearmd de heuvel op en keken over Gudenaa naar de Seisheide met de hoge heideheuvels; toch zei Ib niets, maar toen zij uit elkaar gingen was het duidelijk voor hem dat Christine zijn vrouw moest worden. Van jongs af aan werden zij immers het verloofde paar genoemd, en dat waren ze ook vond hij, ofschoon zij het geen van beiden hadden uitgesproken.

- ¡Te has vuelto una señorita, y yo voy tan desastrado! ¡Cuánto he pensado en ti y en aquellos tiempos de antes!
Zij konden nog maar enkele uren samen blijven want zij moest weer naar Them terug, vanwaar de volgende morgen vroeg de wagen weer naar het westen ging. Haar vader en Ib gingen mee naar Them. Het was heldere maneschijn en toen ze daar kwamen en Ib Christine nog bij de hand hield, kon hij die niet loslaten, zijn ogen stonden helder, hoewel hij zijn woorden niet kon vinden. Maar wat hij zei kwam recht uit het hart: "Ben je het niet te voornaam gewend," zei hij, "en kun je je erin schikken met mij in mijn moeders huis te wonen, met mij als je man, dan worden wij eenmaal man en vrouw! Maar wij kunnen nog wel wachten!"

Cogidos del brazo subieron al montículo y contemplaron, por encima del Gudenaa, el erial de Seis con sus grandes colinas; pero Ib permanecía callado. Sin embargo, al separarse vio bien claro en el alma que Cristina debía ser su esposa; ya de niños los habían llamado los novios; le pareció que eran prometidos, a pesar de que ni uno ni otro habían pronunciado la promesa.
"Ja, laten wij het nog eens aankijken, Ib," zei ze; en toen drukte zij zijn hand en hij kuste haar op de mond. "Ik vertrouw op je, Ib," zei Christine, "en ik geloof dat ik van je houd. Maar laat me er nog eens op slapen!"

Muy pocas horas pudieron permanecer juntos, pues ella debía regresar a Tem para emprender el viaje de vuelta al día siguiente. Su padre e Ib la acompañaron hasta Tem; era luna llena, y cuando llegaron, el mozo, que retenía aún la mano de Cristina, no podía avenirse a soltarla; tenía los ojos serenos, pero las palabras brotaban lentas y torpes, aunque cada una le salía del corazón:
En zo scheidden ze. Ib zei tot de beurtschipper dat Christine en hij nu zo goed als verloofd waren, en de beurtschipper vond dat het net zo was als hij zich altijd gedacht had; hij ging met Ib mee naar huis en sliep daar bij hem in bed en er werd niet meer over de verloving gesproken.

- Si no te has acostumbrado al lujo - le dijo - y puedes resignarte a vivir conmigo en la casa de mi madre, algún día seremos marido y mujer. Pero podemos esperar todavía un poquitín.
Een jaar was voorbijgegaan; twee brieven waren tussen Ib en Christine gewisseld: "trouw tot in de dood!" stond er naast de ondertekening. Op zekere dag liep de beurtschipper bij Ib binnen. Hij moest de groeten van Christine overbrengen. Hij had nog meer te vertellen. Het kwam er wat langzaam uit, maar het kwam hier op neer dat het Christine goed ging, meer dan goed, zij was ook werkelijk een knap meisje, geacht en bemind. De zoon van de herbergier was op bezoek thuis geweest, hij had een betrekking bij iets groots in Kopenhagen, hij was op een kantoor; hij hield veel van Christine, hij viel ook in haar smaak, zijn ouders waren ook niet afkerig van een verloving, maar Christine voelde zich erg bezwaard dat Ib nog zo over haar dacht, en zo had zij dan besloten om maar van die goede partij af te zien, zei de beurtschipper.

- Sí, esperemos un poco, Ib - respondió ella, estrechándole la mano, mientras él la besaba en la boca -. ¡Confío en ti, Ib! ­ dijo Cristina - y creo que te quiero; pero déjame que lo piense bien.
Ib zei eerst geen woord maar hij werd zo wit als een doek, schudde zijn hoofd een beetje en toen zei hij: "Christine mag niet van dat huwelijk afzien!"

Y se despidieron. Ib explicó al barquero que él y Cristina estaban como quien dice prometidos, y el hombre contestó que siempre había pensado que la cosa terminaría de aquel modo. Acompañó a Ib a su casa y durmió en su misma cama, y ya no se habló más del noviazgo.
"Schrijf haar een paar woorden," zei de beurtschipper.

Había transcurrido un año; entre Ib y Cristina se habían cruzado dos cartas, con las palabras "fiel hasta la muerte" por antefirma. Un día el barquero se presentó en casa de Ib, trayéndole saludos de la muchacha y un encargo algo más peliagudo. Resultó que a Cristina le iban muy bien las cosas, más que bien incluso; era una joven muy guapa, apreciada y estimada. El hijo del fondista había estado en su casa, de visita. Vivía en Copenhague, con un buen empleo en una gran casa comercial. Se prendó de Cristina, a ella le gustó también, y los padres no veían la cosa con malos ojos. Pero a la muchacha le remordía la conciencia, sabiendo que Ib seguía pensando en ella, y por eso estaba dispuesta a renunciar a su felicidad, dijo el barquero.
En Ib schreef, maar hij kon de juiste woorden niet vinden, hij streepte door en hij verscheurde het... 's morgens was er een brief klaar voor de kleine Christine, hier is hij!

De momento Ib no contestó una palabra, pero se puso pálido como la cera; luego, sacudiendo la cabeza, exclamó:
"De brief die je aan je vader geschreven hebt, heb ik gelezen, en ik zie daaruit dat het je in alle opzichten goed gaat en dat je het nog beter kunt krijgen! Raadpleeg je hart, Christine, en bedenk wel wat je begint wanneer je met mij trouwt! Ik bezit maar weinig. Denk niet aan mij en hoe ik het heb, maar denk aan je eigen voordeel. Aan mij ben je niet door een belofte gebonden en heb je in je hart er mij een gegeven, dan onthef ik jou daarvan. Ik wens je niets dan goeds, kleine Christine. God heeft voor mij wel troost!

- No quiero que Cristina renuncie a su felicidad.
Altijd je toegenegen vriend Ib."

- Escríbele unas palabras - dijo el barquero.
De brief werd verzonden en Christine ontving hem.

Ib escribió, sólo que no encontraba las palabras a propósito, por lo que rasgó muchas hojas; pero al día siguiente había conseguido, redactar la carta dirigida a la muchacha: "He leído la carta que escribiste a tu padre, y por ella veo que las cosas te van espléndidamente y que puedes esperar todavía otras mejores. Pregunta a tu propio corazón, Cristina, y reflexiona en lo que te espera si te casas conmigo. Muy poco es lo que puedo ofrecerte. No pienses en mí ni en lo que de mí haya de ser, piensa sólo en tu felicidad. No estás ligada a mí por ninguna promesa, y si acaso me la diste en tu corazón, te desligo de ella. Que toda la ventura del mundo acuda a ti, Cristinita. Dios sabrá encontrar consuelo para mi corazón. Para siempre tu sincero amigo Ib".
Op Sint-Maarten kondigde men haar huwelijk af van de preekstoel, in de kerk op de heide en in Kopenhagen waar de bruidegom woonde, en zij reisde er met haar meesteres heen omdat de bruidegom door zijn drukke zaken niet zo lang naar Jutland kon komen. Christine had, volgens afspraak, haar vader getroffen in het dorpje Funder, waar haar weg doorheen voerde en dat voor hem het dichtst bij lag. Daar namen zij afscheid van elkaar. Er werd met enkele woorden over gesproken, maar Ib zei niets. Hij was zo stil geworden, zei-zijn oude moeder. Ja, stil was hij, en zo kwamen hem de drie noten in de gedachte die hij als kind van de zigeunervrouw gekregen had en waar-

La carta fue expedida, y Cristina la recibió.
van hij er twee aan Christine had gegeven, het waren wensnoten, in de ene van haar lag immers een gouden koets met paarden, in de andere de mooiste kleren; dat was voldoende! Al die heerlijkheid kreeg zij nu daar in het koninkrijk Kopenhagen! Voor haar ging dat in vervulling! Voor Ib was er in de noot alleen maar zwarte aarde. "Het allerbeste voor hem," had de zigeunervrouw gezegd - zeker, ook dat ging in vervulling, de zwarte aarde was voor hem het beste. Nu begreep hij duidelijk, wat de vrouw bedoeld had: in de donkere aarde, in de verborgenheid van het graf, daar was het voor hem het allerbeste!

Se publicaron las amonestaciones en la iglesia del erial y en Copenhague, donde residía el novio, y allí se trasladó la moza con su suegra, pues los negocios impedían al novio emprender el largo viaje hasta Jutlandia. Según lo convenido, Cristina se encontró con su padre en el pueblo de Funder; estaba en el camino a la capital, y era el más cómodo para él; allí se despidieron padre e hija. Cambiaron algunas palabras, pero no había noticias de Ib; se había vuelto muy ensimismado, según decía su anciana madre. Sí, se había vuelto caviloso y retraído; por eso le vinieron a la memoria las tres avellanas que de niño le diera la gitana, de las cuales había cedido dos a Cristina. Eran avellanas mágicas, y en una de ellas se encerraba una carroza de oro con caballos dorados, y en la otra hermosísimos vestidos. Sí, había resultado verdad. Ahora le esperaba una vida magnífica en la capital del reino, Copenhague. Para ella se había cumplido el vaticinio... En cambio, la nuez de Ib contenía sólo tierra negra. "Lo mejor para él", como dijera la gitana; sí, y también esto se había cumplido; para él, lo mejor era la negra tierra. Ahora comprendía claramente lo que la mujer quiso significar: para él, lo mejor era la negra tierra, la tumba.
Er verliepen jaren - niet veel, maar wel lange, vond Ib; de oude herbergier en zijn vrouw stierven, de een kort na de ander; het hele vermogen, vele duizenden rijksdaalders, viel de zoon toe. Ja, nu kon Christine haar gouden koets krijgen en mooie kleren, zoveel ze hebben wilde.

Pasaron años - a Ib no le parecieron muchos, pero en realidad, fueron muchos -; los viejos fondistas murieron con poco tiempo de diferencia, y su hijo heredó toda su fortuna, una porción de miles de escudos. Cristina pudo viajar en carroza dorada y llevar hermosos vestidos.
In de twee lange jaren die volgden kwam er geen brief van Christine. En toen de vader er een kreeg, was dat helemaal geen brief die geschreven was door iemand die in welstand en plezier leefde. Arme Christine! Zij noch haar man had maat weten te houden in hun rijkdom, die ging zoals hij kwam, er rustte geen zegen op, want die wilden ze zelf niet.

Durante dos largos años, el padre de Cristina no recibió carta de su hija, y cuando, por fin, llegó la primera, no respiraba precisamente alegría y bienestar. ¡Pobre Cristina! Ni ella ni su marido habían sabido observar moderación en la riqueza; el dinero se había fundido con la misma facilidad con que vino; no les había traído la prosperidad, por su misma culpa.
En de heide stond in bloei en de heide verdorde; de sneeuw had vele winters over de Seisheide gedwarreld, over de heuvel waar Ib in de luwte woonde. De voorjaarszon scheen en Ib zette de ploeg in de grond. Toen sneed hij, naar Ib dacht, een stuk van een vuursteen. Het was net een grote zwarte houtkrul die uit de aarde kwam, en toen Ib het beetpakte merkte hij dat het metaal was, en waar de ploeg in had gesneden schitterde het blank. Het was een zware grote armring van goud uit de heidense oudheid; een graf was hier omgewoeld en de kostbare sieraden waren voor den dag gekomen. Ib liet het aan de dominee zien, die hem vertelde welk een prachtstuk het was, en vandaar ging Ib met het kostbare voorwerp naar de burgemeester die bericht stuurde naar Kopenhagen en hem de raad gaf de kostelijke vondst zelf over te brengen.

Florecieron los brezos y se marchitaron; varios inviernos vieron la nieve caer sobre el erial de Seis y sobre el montículo, donde Ib vivía al abrigo del viento. Brillaba el sol de primavera, e Ib estaba arando su campo. De pronto le pareció que la reja del arado chocaba con un pedernal; un objeto extraño, semejante a una viruta negra, salió a la superficie, y al recogerlo Ib vio que era de metal; el punto donde había chocado el arado despedía un intenso brillo. Era un pesado brazalete de oro de la antigüedad pagana. Pertenecía a una tumba antigua, que encerraba valiosos adornos. Ib lo mostró al párroco, quien le reveló el alto valor del hallazgo. Fuese con él al juez comarcal, quien informó a Copenhague y aconsejó a Ib que llevase personalmente el precioso objeto a las autoridades correspondientes.
"Jij hebt in de aarde het beste gevonden dat je kon vinden," zei de burgemeester.

- Has encontrado en la tierra lo mejor que podías encontrar - le dijo el juez.
Het beste! dacht Ib. Het allerbeste voor mij - en in de aarde! Dan had de zigeunervrouw toch ook gelijk met mij, wanneer dat het beste was!

"¡Lo mejor! - pensó Ib -. ¡Lo mejor para mí, y en la tierra! Así también conmigo tuvo razón la gitana, suponiendo que sea esto lo mejor".
Ib ging met de schuit van Aarhuus naar het koninklijke Kopenhagen; het was als een reis over de oceaan voor hem die niet verder dan Gudenaa was geweest. En Ib kwam in Kopenhagen.

Ib se embarcó en Aarhus para Copenhague; para él, que sólo había llegado hasta Gudenaa, aquello representaba un viaje alrededor del mundo. Y llegó a Copenhague.
De waarde van het gevonden goud werd hem uitbetaald. Het was een grote som, zeshonderd rijksdaalders. Daar liep Ib uit het bos bij de Seisheide in de grote doolhof Kopenhagen.

Le pagaron el valor del oro encontrado, una buena cantidad: seiscientos escudos. Nuestro hombre, venido del bosque de Seisheide, se entretuvo vagando por las calles de la capital.
Het was juist de avond vóór hij met een schipper naar Aarhuus terug wilde, dat hij in de straten verdwaald raakte en heel ergens anders terechtkwam dan hij van plan was. Hij was over de Knippelsbrug in Christiaanshaven terechtgekomen in plaats van bij de wallen aan de Westerpoort. Hij ging zeker wel in westelijke richting, maar niet waar hij heen moest. Er was geen mens op straat te zien. Er kwam een heel klein meisje uit een armelijk huis; Ib sprak met haar over de weg die hij zocht. Zij keek hem verbaasd aan en huilde hevig. Nu vroeg hij wat haar scheelde; zij zei iets dat hij niet verstond.

Justamente la víspera del día en que debía embarcar para el viaje de regreso, equivocó la dirección entre la maraña de callejas, y, por el puente de madera, fue a parar a Christianshafen, en lugar de a la Puerta del Oeste. Había seguido hacia Poniente, pero no llegó adonde debiera. En toda la calle no se veía un alma, cuando de pronto una chiquilla salió de una mísera casucha; Ib le pidió que le indicase el camino de su posada. La pequeña se quedó perpleja, lo miró y prorrumpió en amargo llanto. Le preguntó él qué le ocurría; la niña respondió algo ininteligible. Se encontraron debajo de un farol, y al dar la luz en el rostro de la rapazuela, sintió Ib una impresión extraña, pues veía ante sí a Cristinita, su vivo retrato, tal como la recordaba del tiempo en que ambos eran niños.
Maar omdat zij beiden vlak onder een lantarenpaal stonden en het licht haar in het gezicht scheen, werd het hem wonderlijk te moede, want het was de kleine Christine in levenden lijve die hij zag, precies zoals hij zich haar herinnerde van toen zij beiden kind waren. Hij ging met het kleine meisje het armoedige huis binnen, de smalle, uitgesleten trap op naar een hoog, klein dakkamertje. Er was daarbinnen een zware, zwoele lucht, er brandde geen licht; ergens in een hoek hoorde men zuchten en zwaar ademhalen. Ib stak een lucifer aan. Het was de moeder van het kind, die op het schamele bed lag.

Siguiendo a la chiquilla a su pobre casucha, subió la estrecha y ruinosa escalera, hasta una reducida buhardilla sesgada, bajo el tejado. Llenaba el cuarto una atmósfera pesada y opresiva, y no había luz. De un rincón llegó un suspiro, seguido de una respiración fatigosa. Ib encendió una cerilla. Era la madre de la criatura, tendida en un mísero lecho.
"Is er iets waarmee ik jullie kan helpen?" zei Ib. "Dit kleine meisje klampte me aan, maar zelf ben ik vreemd hier in de stad. Zijn hier geen buren of is er niemand die ik kan roepen!" En hij lichtte haar hoofd op.

- ¿Puedo hacer algo por usted? - preguntó Ib -. La pequeña me ha guiado hasta aquí, pero soy forastero en la ciudad. ¿No hay algún vecino o alguien a quien pueda llamar? -. Y levantó la cabeza de la enferma.
Het was Christine van de Seisheide.

Era Cristina, la del erial de Seis.
Jarenlang was thuis in Jutland haar naam niet genoemd. Het zou ook Ibs stille gedachten in beroering hebben gebracht en dat was ook niet goed. Gerucht en waarheid meldden dat het vele geld, dat haar man van zijn ouders geërfd had, hem overmoedig gemaakt had; hij had voor zijn vaste betrekking bedankt, had een half jaar in vreemde landen rondgereisd, hij was teruggekomen, had schulden gemaakt en toch verkwistend en overdadig geleefd; meer en meer helde de wagen over en ten slotte kantelde hij. De vele vrolijke vrienden van zijn tafel vertelden van hem, dat het zijn eigen schuld was zoals het hem was gegaan: hij had geleefd als een dwaas! Zijn lijk was op zekere morgen gevonden in de gracht in het slotspark.

Hacía años que su nombre no se había mencionado en Jutlandia; sólo hubiera servido para turbar la mente de Ib. Y tampoco eran buenos los rumores que se oían, y que resultaron ser ciertos. El mucho dinero heredado de los padres se le había subido a la cabeza al hijo, volviéndole arrogante. Dejó su buena colocación; por espacio de medio año viajó por el extranjero; a su regreso contrajo deudas, pero sin dejar de vivir rumbosamente. La balanza se inclinaba cada vez más, hasta que cayó del todo. Sus numerosos compañeros de francachelas decían de él que llevaba su merecido, pues había administrado su fortuna como un insensato. Una mañana encontraron su cadáver en el canal del jardín de Palacio.
Christine was doodziek; haar jongste kindje, slechts enkele weken oud, in welstand ontvangen en in ellende geboren, lag reeds in het graf, en nu was het zo ver met Christine dat ze doodziek lag, verlaten op een ellendig kamertje, ellendig zoals zij het in haar jonge jaren op de Seisheide had kunnen uithouden, maar nu was ze beter gewend en voelde de jammer eerst recht. Het was haar oudste kindje, ook een kleine Christine, die met haar in nood was en honger leed en die Ib mee naar boven had genomen.

Cristina llevaba ya la muerte en el corazón; su hijo menor, concebido en la prosperidad, nacido en la miseria, yacía ya en la tumba, tras unas semanas de vida. Enferma de muerte y abandonada de todos, yacía ahora Cristina en una mísera buhardilla, sumida en una miseria que de seguro no hubiera encontrado insoportable en sus años infantiles del erial de Seis. Ahora empero, acostumbrada a cosas mejores, la pobreza le era intolerable. Aquella pequeña era su hija mayor - otra Cristinita, que había sufrido con ella hambre y privaciones -, y ella había traído a Ib a su vera.
"Ik ben zo bang dat ik sterven moet en dit arme kind alleen moet achterlaten," zuchtte zij, "waar ter wereld moet het heen?" Meer kon ze niet zeggen.

- Mi pena es morir dejando a esta pobre criatura - suspiró la madre -. ¿Qué será de ella en el mundo? -. Nada más pudo decir.
Ib stak weer een lucifer aan en vond een stompje kaars; het brandde en verlichtte de armzalige kamer.

Ib encendió otra cerilla y un cabo de vela que encontró, y la luz iluminó la pobre habitación.
En Ib keek naar het kleine meisje en dacht aan Christine toen ze nog jong was; terwille van Christine kon hij vriendelijk zijn tegen het kindje dat hij niet kende. De stervende keek hem aan, haar ogen werden groter en groter. Herkende ze hem?

El hombre, al mirar a la chiquilla, pensó en Cristina, cuando era niña aún; por amor de la madre recogería a la hija, aquella hija a quien no conocía. La moribunda clavó en él la mirada, y sus ojos se abrieron desmesuradamente: ¿lo habría reconocido? Él jamás lo supo, pues ni una palabra salió ya de sus labios.
Hij wist het niet, hij hoorde haar geen woord zeggen.

* * *
Het was in het bos bij Gudenaa, niet ver van de Seisheide; de hemel was grauw, de heide stond zonder bloemen, de stormen uit het westen joegen de gele bladeren uit het bos in de rivier en over de heide, waar het plaggenhutje stond, waar nu vreemde mensen woonden. Maar aan de voet van de heuvel, goed in de luwte achter hoge bomen stond het huisje, gewit en geschilderd, binnen in de kamer brandden turven in de kachel, binnen in de kamer was er zonneschijn: twee kinderogen straalden, uit haar

El escenario era el bosque del Gudenaa, cerca del erial de Seis; la atmósfera era gris, y los brezos estaban marchitos; las tormentas de Poniente barrían las hojas amarillas, arrojándolas al río y al otro lado del erial, donde se levantaba la casa de turba del barquero, habitada ahora por personas desconocidas. Pero bajo el Aas, resguardada del viento por los altos árboles, alzábase la casita, blanqueada y pintada. En el interior ardía la turba en el horno y entraba el sol, que se reflejaba en dos ojos infantiles; el canto primaveral de la alondra resonaba en las palabras que salían de la boquita roja y sonriente: había allí vida y alegría, pues Cristinita estaba presente. Estaba sentada en las rodillas de Ib, que era para ella padre y madre a la vez - aquellos padres que habían desaparecido como se esfuma el sueño para niños y mayores. Ib vivía en la casita linda y bien cuidada, en desahogada posición; la madre de la chiquilla yacía en el cementerio de los pobres de la ciudad de Copenhague.
rood lachend mondje klonk het als de slag van de leeuwerik in het voorjaar, er was leven en vrolijkheid - de kleine Christine was er. Ze zat op Ibs knie, voor haar was Ib de vader en moeder, die weg waren. Het is als een droom voor het kind en voor de volwassene. Ib zat in het nette, keurige huisje, een welgesteld man, de moeder van het kleine kind lag op het kerkhof van de armen in het koninklijk Kopenhagen.

Ib tenía dinero en su arca, se decía; ¡oro de la negra tierra! Y tenía, además, a Cristinita.
Ib had geld op de bodem van zijn kist, zeiden ze, goud uit de aarde: hij had nu ook de kleine Christine.