Det er ganske vist!


Het is echt waar


"Det er en frygtelig historie!" sagde en høne, og det omme i den kant af byen, hvor historien ikke var passeret. "Det er en frygtelig historie i hønsehuset! jeg tør ikke sove alene i nat! det er godt at vi er mange sammen på hjalet!" – Og så fortalte hun, så at fjerene rejste sig på de andre høns og hanen lod kammen falde. Det er ganske vist!
Men vi vil begynde med begyndelsen, og den var i den anden kant af byen i et hønsehus. Solen gik ned og hønsene fløj op; en af dem, hun var hvidfjeret og lavbenet, lagde sine reglementerede æg og var, som høne, respektabel i alle måder; idet hun kom til hjals, pillede hun sig med næbbet, og så faldt der en lille fjer af hende.
"Der gik den!" sagde hun, "jo mere jeg piller mig, des dejligere bliver jeg nok!" Og det var nu sagt i munterhed, for hun var det muntre sind mellem de høns, i øvrigt, som sagt, meget respektabel; og så sov hun.
Mørkt var det rundt om, høne sad ved høne og den, som sad hende nærmest, sov ikke; hun hørte og hun ikke hørte, som man jo skal i denne verden, for at leve i sin gode rolighed; men sin anden naboerske måtte hun dog sige det: "Hørte du hvad her blev sagt? Jeg nævner ingen, men der er en høne, som vil plukke sig, for at se godt ud! var jeg hane, ville jeg foragte hende!"
Og lige oven over hønsene sad uglen med uglemand og uglebørn; de har skarpe ører i den familie, de hørte hvert ord, som nabohønen sagde, og de rullede med øjnene og uglemor viftede sig med vingerne: "Hør bare ikke efter! men I hørte sagtens hvad der blev sagt? Jeg hørte det med mine egne ører, og man skal høre meget før de falder af! Der er en af hønsene, som i den grad har glemt, hvad der skikker sig en høne, at hun sidder og piller alle fjerene af sig og lader hanen se på det!"
"Prenez garde aux enfants!" sagde uglefader, "det er ikke noget for børnene!"
"Jeg vil dog fortælle genbougle det! det er sådan en agtværdig ugle i omgang!" og så fløj mutter.
"Hu-hu! uhuh!" tudede de begge to og det lige ned i genboens dueslag til duerne. "Har I hørt det! har I hørt det! uhuh! der er en høne, som har plukket alle fjerene af sig for hanens skyld! hun fryser ihjel, om hun ikke er det, uhuh!"
"Hvor? hvor?" kurrede duerne!
"I genboens gård! jeg har så godt som selv set det! det er næsten en upassende historie at fortælle! men det er ganske vist!"
"Tror, tror hvert evige ord!" sagde duerne, og kurrede ned til deres hønsegård: "Der er en høne, ja der er somme der siger, at der er to, som har plukket alle fjerene af sig, for ikke at se ud som de andre og således vække hanens opmærksomhed. Det er et voveligt spil, man kan forkøle sig og dø af feber, og de er døde begge to!"
"Vågn op! vågn op!" galede hanen og fløj op på plankeværket, søvnen sad ham endnu i øjnene, men han galede alligevel: "Der er tre høns døde af ulykkelig kærlighed til en hane! de havde plukket alle fjerene af sig! det er en fæl historie, jeg vil ikke beholde den, lad gå videre!"
"Lad gå videre!" peb flagermusene, og hønsene klukkede og hanerne galede: "Lad gå videre! lad gå videre!" og så fór historien fra hønsehus til hønsehus og til sidst tilbage til stedet, hvorfra den egentlig var gået ud.
"Der er fem høns," hed det, "som alle har plukket fjerene af sig, for at vise, hvem af dem der var blevet magrest af kærestesorg til hanen, og så hakkede de hinanden til blods og faldt døde ned, til skam og skændsel for deres familie og til stort tab for ejeren!"
Og hønen, som havde mistet den løse lille fjer, kendte naturligvis ikke sin egen historie igen, og da hun var en respektabel høne, så sagde hun: Jeg foragter de høns! men der er flere af den slags! Sligt skal man ikke fortie, og jeg vil gøre mit til, at den historie kan komme i avisen, så går den landet over; det har de høns fortjent og familien med!"
Og det kom i avisen og det blev trykt og det er ganske vist: En lille fjer kan nok blive til fem høns!
'Het is een vreselijk verhaal!' zei een kip, nog wel aan de kant van het dorp waar het helemaal niet gebeurd was.
'Een vreselijke geschiedenis in het kippenhok! Ik durf vannacht niet alleen te slapen. Goed dat we met zovele zijn op onze stok!' En toen vertelde ze zoiets ergs, dat de veren van de andere kippen recht overeind gingen staan en de haan zijn kam liet vallen. Het is echt waar! Maar laten we bij het begin beginnen, en dat was aan de andere kant van het dorp in een kippenhok. De zon ging onder en de kippen vlogen op. Een kip met witte veren en korte pootjes, een in alle opzichten respectabele kip, die alle dagen haar voorgeschreven eieren legde, schikte, toen ze op de stok ging zitten, haar veren met haar snavel en toen viel er een veertje. 'Daar ging een veertje!' zei ze.
'Hoe meer ik mijn veren schik, hoe mooier ik word.' En dat was als grapje bedoeld, want zij was altijd de grapjas onder de kippen, maar verder, zoals gezegd, heel respectabel, en toen viel ze in slaap. Het was donker in het kippenhok, kip aan kip zaten ze op de stok en de kip die het dichtst bij haar zat, sliep niet. Ze luisterde en ze luisterde niet, zoals dat hoort in deze wereld als je rustig wilt leven. Maar ze moest het toch even kwijt aan haar andere buurvrouw:
'Hoorde je wat daar gezegd werd? Ik noem geen namen, maar er is een kip die zich wil plukken om er goed uit te zien. Als ik een haan was, zou ik daar minachting voorhebben.' Recht tegenover de kippen zat de uil met haar uileman en haar uilekindertjes. In die familie hadden ze scherpe oren, ze hoorden ieder woord dat de buurkip zei en ze rolden met hun ogen en uilemoeder wuifde zich met haar vleugels koelte toe: 'Luister maar niet, maar jullie hebben zeker wel gehoord wat daar gezegd werd? Ik heb het met mijn eigen oren gehoord en een uil kan heel wat horen voor die eraf vallen. Een van de kippen heeft zozeer vergeten wat een kip past, dat ze al haar veren eruit zit te plukken en de haan ernaar laat kijken!' 'Prenez garde aux enfants!' zei de uilevader. 'Dat is niets voor kinderen.' 'Ik moet het toch even aan overbuurvrouw uil vertellen, dat is zo'n achtenswaardige uil in de omgang!' En weg vloog moeder. 'Oehoe, hoe, hoe!' huilden ze allebei tegen de duiven in de duiventil van de overbuurman.
'Hebben jullie het gehoord? Hebben jullie het gehoord? Er is een kip die al haar veren heeft geplukt voor de haan. Ze vriest dood, als ze al niet doodgevroren is, oehoe!' 'Waar? Waar?' koerden de duiven. 'In de tuin van de overbuurman. Ik was er zo goed als zelf bij! Je schaamt je bijna om het te vertellen, maar het is echt waar!' 'Geloof, geloof ieder woord,' zeiden de duiven en ze koerden naar hun kippenhok:
'Er is een kip, sommigen zeggen zelfs dat het er twee zijn, die al hun veren geplukt hebben om er anders uit te zien dan de anderen en zo de aandacht van de haan te trekken. Een gewaagd spelletje, je kunt verkouden worden en aan de koorts sterven, en ze zijn allebei dood.' 'Wordt wakker! Wordt wakker!' kraaide de haan, terwijl hij op de schutting vloog. Hij had nog slaap in zijn ogen, maar hij kraaide evengoed:
'Er zijn drie kippen gestorven aan een ongelukkige liefde voor een haan, ze hebben al hun veren geplukt. Een kwalijk verhaal, ik kan het niet voor me houden. Zegt het voort!'
'Zegt het voort!' piepten de vleermuizen en de kippen kakelden en de hanen kraaiden:
'Zegt het voort, zegt het voort!' En toen vloog het verhaal van kippenhok naar kippenhok, tot het ten slotte terug was op de plaats waar het eigenlijk vandaan kwam.
'Er zijn vijf kippen,' klonk het, 'die allemaal hun veren hebben geplukt, om te laten zien wie er het magerst was gewor den van liefdesverdriet voor de haan en toen pikten ze elkaar tot bloedens toe en vielen dood neer, tot schande voor hun familie en tot grote schade voor hun eigenaar.' De kip die het losse veertje had verloren, herkende zichzelf natuurlijk niet in haar eigen verhaal, en omdat ze een respectabele kip was, zei ze: 'Ik heb minachting voor dat soort kippen! Maar er zijn er meer van dat soort. Zoiets mag je niet voor je houden en ik zal er het mijne toe bijdragen dat dat verhaal in de krant komt, dan kan het door het hele land gaan, dat hebben die kippen verdiend en hun familie ook.' En het kwam in de krant en het werd gedrukt en het is echt waar: één veertje kan in wel vijf kippen veranderen!