Het zwanennest


Svanereden


Tussen de Oostzee en de Noordzee ligt een oud zwanennest en dat wordt Denemarken genoemd. Daar worden nog steeds zwanen geboren, waarvan de naam nooit zal uitsterven.
Mellem Østersøen og Nordhavet ligger en gammel svanerede og den kaldes Danmark; i den er født og fødes svaner, hvis navne aldrig skal dø.

In de oudheid vloog er een vlucht zwanen hier vandaan de Alpen over naar de groene vlakten van het Land van de Mei, waar het goed wonen was. Die zwanen werden de Longobarden genoemd. Een andere schare, met schitterende veren en trouwe ogen, zwierde naar Byzantium, ging daar rondom de troon van de keizer zitten en spreidde de grote witte vleugels als schilden uit om hem te beschermen. Zij kregen de naam Weringen.
I oldtiden fløj en svaneflok herfra hen over alperne ned til Majlandets grønne sletter, hvor der var dejligt at bo; svaneflokken kaldtes longobarder. En anden skare, med skinnende fjer og trofaste øjne svang sig ned mod Byzans, satte sig der om kejserens trone og udbredte sine store hvide vinger som skjolde, for at beskærme ham. Den fik navnet væringer.

Er klonk een angstschreeuw van de kust van Frankrijk voor die bloedige zwanen, die met vuur onder hun vleugels uit het noorden kwamen, en het volk bad: "Van de wilde Noormannen, bevrijd ons, Heer!"
Der lød fra Frankrigs kyst et angstens skrig for de blodige svaner, der med ild under vingen kom fra Norden og folket bad: "Fri os Gud fra de vilde normanner!"

Op de lentefrisse, groene vlakte van het open strand van Engeland stond de Deense zwaan met een driedubbele koningskroon op zijn hoofd. Zijn gouden scepter strekte hij uit over het land.
På Englands engfriske grønsvær ved den åbne strand stod den danske svane med tredobbelt kongekrone på hovedet, sit gyldne scepter strakte den hen over landet.

Op hun knieën bogen de heidenen neer aan de kusten van Pommeren en de Deense zwanen kwamen met hun vlag met het kruis en met getrokken zwaarden.
I knæ bøjede hedningerne sig på Pommerns kyster, og de danske svaner kom med korsets flag og med draget sværd.

Dat was in de oeroude tijd, zeg je.
Det var i de ældgamle dage! siger du.

Maar ook korter geleden werden er machtige zwanen gesignaleerd die het nest uitvlogen.
Også nærmere vor tid blev set mægtige svaner flyve ud fra reden.

Er ging een lichtstraal door de lucht, er kwam licht over de landen van de wereld, de zwaan kliefde met zijn sterke vleugelslag de schemerende mist en de sterrenhemel was weer beter te zien, het leek wel of hij dichter bij de aarde kwam. Dat was de zwaan Tycho Brahe.
Det lyste gennem luften, det lyste hen over verdens lande, svanen spredte ved sine stærke vingeslag den dæmrende tåge, og stjernehimlen blev mere synlig, det var som om den kom Jorden nærmere; det var svanen Tycho Brahe.

"Ja, toen!" zeg je. "Maar in onze tijd dan?" Toen zagen we de ene zwaan naast de andere in zijn schitterende vlucht. Eén streek er met zijn vleugel over de snaren van de gouden harp en het weerklonk in het hele noorden. De bergen in Noorwegen richtten zich hoger op in het zonlicht van de oudheid, het suisde door dennen en berken. De goden, helden en edele vrouwen vertoonden zich tegen de achtergrond van het diepe, donkere woud.
"Ja den gang!" siger du, "men nu i vore dage!" Da så vi svane flyve ved svane i herlig flugt. En lod sin vinge glide hen over guldharpens strenge og det klang gennem Norden, Norges fjelde løftede sig højere i oldtids sollys; det susede i gran og i birk; Nordens guder, helte og ædle kvinder viste sig i den dybe mørke skovgrund.

We zagen een zwaan met zijn vleugels tegen de marmeren rots slaan, zodat die opensprong en de in het steen vastgelegde gestalten van schoonheid bij klaarlichte dag te voorschijn traden en de mensen in de landen eromheen hun hoofd optilden om deze machtige gestalten te zien.
Vi så en svane slå med vingen mod marmorfjeldet, så at det brast og de i stenen bundne skønhedsskikkelser skred frem ved solklar dag, og menneskene rundt om i landene løftede deres hoveder for at se disse mægtige skikkelser.

We zagen een derde zwaan de draad van de gedachte spinnen, die nu van land tot land bevestigd wordt, de aarde rond, zodat het woord nu met de snelheid van de bliksem door de wereld gaat.
Vi så en tredje svane spinde tanketråden, der fæstes nu fra land til land, rundt om jorden, så at ordet flyver med lynets fart gennem landene.

Onze-Lieve-Heer heeft het oude zwanennest tussen de Oostzee en de Noordzee lief. Laat er maar machtige vogels door de lucht komen om het te vernielen: "Dat zal niet gebeuren!" Zelfs de jongen zonder veertjes gaan in een kring op de rand van het nest staan, dat hebben we gezien. Ze laten zich in hun jonge borst steken tot hun bloed vloeit. Ze verdedigen zich met hand en tand.
Vor Herre har kær den gamle svanerede mellem Østersø og Nordhav. Lad mægtige fugle kun komme gennem luften for at sønderrive den: "Det skal ej ske!" Selv de dunløse unger stiller sig i kreds på redens kant, det har vi set, de lader sig hugge i det unge bryst, så deres blod flyder, de slår med næb og med klo.

Er zullen nog eeuwen voorbijgaan, zwanen zullen uitvliegen en overal ter wereld te zien en te horen zijn, voordat de tijd komt dat er naar waarheid gezegd kan worden: "Dat is de laatste zwaan, het laatste lied uit het zwanennest."
Århundreder vil endnu gå hen, svaner flyver fra reden, ses og høres rundt om i verden, før den tid kommer, at der i ånd og sandhed skal kunne siges, "det er den sidste svane, den sidste sang fra svanereden!"