De prinses op de erwt


La princesa del guisante


Er was eens een prins die zo graag een prinses wilde hebben, maar het moest een echte prinses zijn. Hij reisde de hele wereld rond om er één te vinden, maar overal kwam er iets tussen. Prinsessen waren er genoeg, maar of het échte prinsessen waren, daar kon hij nooit helemaal achter komen, altijd was er iets dat niet helemaal in de haak was. Toen kwam hij weer thuis en was erg bedroefd, want hij wilde graag een heuse prinses hebben.
Érase una vez un príncipe que quería casarse con una princesa, pero que fuese una princesa de verdad. En su busca recorrió todo el mundo, mas siempre había algún pero. Princesas había muchas, mas nunca lograba asegurarse de que lo fueran de veras; cada vez encontraba algo que le parecía sospechoso. Así regresó a su casa muy triste, pues estaba empeñado en encontrar a una princesa auténtica.

Op een avond brak er een verschrikkelijk onweer los; het bliksemde en donderde, de regen stroomde neer: het was vreselijk! Toen werd er aan de stadspoort geklopt en de oude koning ging opendoen.
Una tarde estalló una terrible tempestad; sucedíanse sin interrupción los rayos y los truenos, y llovía a cántaros; era un tiempo espantoso. En éstas llamaron a la puerta de la ciudad, y el anciano Rey acudió a abrir.

Het was een prinses die buiten stond. Maar, lieve hemel, wat zag ze eruit door de regen en het noodweer! Het water liep uit haar kleren en haren, bij de punt van haar schoen liep het erin en bij de hiel er weer uit; zij zei dat ze een echte prinses was.
Una princesa estaba en la puerta; pero ¡santo Dios, cómo la habían puesto la lluvia y el mal tiempo! El agua le chorreaba por el cabello y los vestidos, se le metía por las cañas de los zapatos y le salía por los tacones; pero ella afirmaba que era una princesa verdadera.

"Ja, daar zullen we wel achter komen!" dacht de oude koningin, maar ze zei niets. Ze ging haar slaapkamer binnen, nam al het beddengoed weg en legde een erwt op de bodem van het bed, nam toen twintig matrassen, legde die boven op de erwt en toen opnieuw twintig veren bedden boven op de matrassen.
"Pronto lo sabremos," pensó la vieja Reina, y, sin decir palabra, se fue al dormitorio, levantó la cama y puso un guisante sobre la tela metálica; luego amontonó encima veinte colchones, y encima de éstos, otros tantos edredones.

Daar moest de prinses nu 's nachts op liggen.
En esta cama debía dormir la princesa.

's Morgens vroegen ze haar hoe ze had geslapen.
Por la mañana le preguntaron qué tal había descansado.

"O, verschrikkelijk slecht!" zei de prinses, "ik heb de hele nacht bijna geen oog dicht gedaan! De hemel weet wat er in mijn bed lag. Ik heb op iets hards gelegen en ik ben over mijn hele lichaam bont en blauw! Het is afschuwelijk!"
"¡Oh, muy mal!" exclamó. "No he pegado un ojo en toda la noche. ¡Sabe Dios lo que habría en la cama! ¡Era algo tan duro, que tengo el cuerpo lleno de cardenales! ¡Horrible!"

Toen konden ze zien dat het een echte prinses was omdat ze dóór de twintig matrassen en de twintig veren bedden heen de erwt gevoeld had. Zó teer van huid kon alleen maar een heuse prinses zijn.
Entonces vieron que era una princesa de verdad, puesto que, a pesar de los veinte colchones y los veinte edredones, había sentido el guisante. Nadie, sino una verdadera princesa, podía ser tan sensible.

De prins nam haar toen tot vrouw, want nu wist hij dat hij een echte prinses had, en de erwt kwam in het museum waar ze nu nog is te zien, als tenminste niemand haar weggenomen heeft.
El príncipe la tomó por esposa, pues se había convencido de que se casaba con una princesa hecha y derecha; y el guisante pasó al museo, donde puede verse todavía, si nadie se lo ha llevado.

Kijk, dit was nu een echte vertelling!
Esto sí que es una historia, ¿verdad?